Posts tonen met het label Theater. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Theater. Alle posts tonen

zondag, november 15, 2009

Gino Vannelli

Gisteravond naar Gino Vannelli geweest. Theaterconcert. Klinkt toch anders. Voor de pauze met pianist Bert van den Brink, in 2007 winnaar van de VPRO/Boy Edgar Prijs. Na de pauze met strijkje. Man heeft geweldige stem (drie octaven) en het is te prijzen dat hij zijn oudere nummers in een nieuwe, jazzy, jasje verpakt. Maar ik geef toch de voorkeur aan de originele uitvoeringen waarbij zijn broer Joe, als arrangeur en keyboardspeler, door middel van dubbing een samengesteld geluid wist te bereiken dat in die tijd - begin jaren 70, voordat er polyfone synthesizers waren - progressief was. Wie de originele opnames wil horen: ga naar de muziekspeler op deze pagina.

woensdag, september 16, 2009



Rubriek 'Uit met...' door Hans Bouwman, zoals verschenen in bijlage Geniet van dagblad De Gelderlander op 17-9-2009.

Marike Jager, singer/songwriter


'Op de zeilboot ontspan ik echt'


Ze zong afgelopen weekeinde nog op Appelpop in Tiel, vandaag begint in Beusichem haar theatertour die haar dit jaar onder meer ook nog naar Ede, Ottersum en Nijmegen brengt. Het zijn drukke tijden voor zangeres Marike Jager. In de afgelopen maanden verzorgde ze optredens in Vietnam, speelde op de Parade, de Nijmeegse  Vierdaagsefeesten, de Zwarte Cross en in Antwerpen in het voorprogramma van Sinéad O’Connor. Tijdens de live-uitzendingen van Lowlands eind augustus maakte ze haar debuut als tv-presentatrice.
Marike Jager (1979, Amersfoort) groeit op in Leusden, trekt als 21-jarige een jaar lang door de wereld als backpacker en gaat, terug in Nederland, gezondheidswetenschappen studeren in Maastricht. Ondertussen richt ze een band op en brengt een cd uit. In 2003 wint ze de Grote Prijs van Nederland in de categorie singer-songwriter. Tegenwoordig woont ze in Beuningen. 
Heeft ze nog tijd om uit te gaan?



Restaurant
„Ik vind het altijd luxe als er voor je gekookt wordt. De Plak in de Bloemerstraat in Nijmegen vind ik ontzettend leuk en lekker. Er wordt daar met heel veel toewijding gekookt met verse spullen. Ik heb niet echt een favoriete keuken; Indiaas vind ik lekker, Italiaans, goed Frans eten. Maar waar je me wakker voor kunt maken is soep. Ik ben nu zelf ook bezig om te leren hoe je lekker soep kunt maken met van alles erin.”

Café
„We zitten al zo vaak gezellig met anderen te drinken na optredens, dat ik in mijn vrije tijd niet ook nog eens naar het café ga. Dat deed ik vooral in mijn studententijd. Nee, dan zit ik liever achter het huis in de tuin, met een fles ouzo of wijn.”

Theater

„Vroeger kwam ik vaker in het theater. Ik zie tegenwoordig mijn ouders, die nog in Leusden wonen, nauwelijks en als ik moet kiezen tussen een avond theater of bij mijn ouders op bezoek, kies ik voor het laatste. In het theater spreken me vooral dansvoorstellingen aan. Mijn moeder danst al haar hele leven, dus ik kwam er al vroeg mee in aanraking. Toen ik een jaar of vijf was, heb ik op ballet gezeten en toen kwam eigenlijk al de wens om later op het podium te staan. Dat is ook gebeurd, alleen niet met dans. Nu kom ik veel acts tegen als ik zelf optreed, zoals laatst op de Uitmarkt in Haarlem. Dan sta ik wel even te kijken. Toen ik Lowlands presenteerde was er ook een Vlaamse dansgroep. Dan ga ik vanachter de coulissen wel even gewoon als toeschouwer genieten.”

Concerten
„Een optreden waar ik beslist altijd heen ga, is dat van Leslie Feist, een Canadese zangeres en songwriter. Zij is mijn grote voorbeeld. In 2005 heb ik in haar voorprogramma gestaan toen ze optrad in Utrecht. Daarna is ze nog in de Melkweg en Paradiso geweest. Ik hou vooral van intieme concerten, alhoewel ik vroeger ook wel naar Pearl Jam ben geweest. Maar ik zat er zo ver vanaf dat ik Eddie Vedder niet in de ogen kon kijken en dat vond ik wel heel jammer. Ik hou niet zo van die hectiek bij een optreden; liever gewoon één op één. Ik kan op educatieve wijze naar een concert kijken en luisteren, om vaktechnisch te zien hoe de interactie is tussen artiest en publiek en wat er op het podium gebeurt. Maar ook met een open houding, meer emotioneel open, zonder heel kritisch te zijn.”

Bioscoop
„Tijdens mijn studie in Maastricht ging ik regelmatig naar de film en daarvoor ook wel in Amersfoort. In LUX in Nijmegen ben ik ook een aantal malen geweest. Ik kijk het liefste naar culturele films, de films die ze in het filmtheater draaien. „Af en toe koop ik een dvd, zoals laatst de hele serie van Carnivàle over een rondtrekkend circus in de jaren 1920-1930. Daar heb ik veel inspiratie uit gehaald voor het decor en de lichtshow van de theatertour.”

Musea
„Het is heel lang geleden dat ik naar het museum ben geweest. Ik probeer nog wel, als ik ergens moet optreden en de tijd heb, naar een museum te gaan, zoals in Antwerpen. Voor een museum met schilderkunst of beeldende kunst ben ik altijd in. Jaren geleden ben ik naar het Openluchtmuseum in Arnhem geweest; het is altijd leuk om over je eigen cultuur of je eigen land geïnformeerd te worden.”

Stad
„Utrecht. Ik heb daar een halfjaar gewoond en ik vind het een leuke en fijne stad. Ik heb ook in Maastricht gewoond, maar daar was ik na een jaar of vijf wel klaar mee. In Sydney heb ik ook een halfjaar gewoond, dat was wel een wereldervaring, maar als ik een buitenlandse stad moet noemen is het toch Parijs. Prachtig.”

Lievelingsplek
„Ik hou van het water en zeil heel graag. Dat doe ik in Friesland. Als ik daar op de boot stap –mijn vader is Fries en mijn ouders hebben in Friesland een boot – kan ik helemaal ontspannen. Het ultieme moment van rust en ontspanning is als ik alleen ga zeilen, maar meestal doe ik dat met vrienden.”

Avondje uit met…?
„Met Leslie Feist. Met haar zou ik graag een avondje willen stappen in Parijs. „En het liefst Paul McCartney als taxichauffeur die ons naar een leuke muziektent brengt. En na een avond met heel veel drank, spelen we met z’n drieën nog een stukje muziek.”






vrijdag, april 24, 2009


10-1-2008 in De Gelderlander                     

'Nederlanders zijn niet te nuchter voor fado'  



De Portugese zangeres Ana Moura vertegenwoordigt de nieuwe generatie fadista's. Ze is al een aantal malen in Nederland geweest en treedt de komende drie weken ook weer hier op. "Ik ben altijd aan het werk. Dat is mijn fado."      

door Hans Bouwman
'Fado is voor mij een wijze van leven. Je leeft voor de fado en hebt respect voor zijn regels en traditie."
Ana Moura (28) zegt het onomwonden. Bij de Portugese zangeres, die de komende weken voor een aantal concerten door Nederland toert, stroomt de fado door de aderen. Voor ze als professioneel zangeres op menig podium de tragiek van het leven bezong, was het al haar levensinvulling.
Ze groeide op in een omgeving waar deze Portugese muziek vaak door de ruimten van het ouderlijk huis in Santarem klonk. "Mijn ouders zongen fado en andere Portugese muziek. En uiteraard werd ook op feesten fado gezongen."
Zelf had ze later meer op met rock en soul. Ze trad ook een tijd op met een rockband. "Ik zong bij die optredens meestal ook een fadonummer en de reacties waren altijd enthousiast."
Ana Moura studeerde muziek, maar gaf er na het tweede jaar de brui aan, omdat het studieritme niet in overeenstemming was met haar levensritme. Haar leven speelde zich hoofdzakelijk in de avonduren af in de fadohuizen. Ze koos voor de fado, die nu letterlijk haar wijze van leven is, want Ana Moura toert een groot gedeelte van het jaar door de wereld voor optredens in Europa, Amerika, Canada, Zuid-Amerika. Tijd voor een levensgezel is er eigenlijk niet. "Ik ben altijd aan het werk. Dat is mijn 'fado' (fado betekent lot, HB)."
Spijt dat ze is gestopt met haar studie indertijd? "Nee."
Fado is een Portugese vorm van melancholische liedkunst. Ontstaan in het begin van de negentiende eeuw bij de Afrikaanse en Braziliaanse arbeiders. Bekende vertolkers van de laatste jaren zijn onder anderen Cristina Branco en Dulce Pontes. Uiteraard mag Amália Rodrigues, de 'koningin van de fado', zoals ze bekend stond, niet worden vergeten.
"De fado is in de loop der jaren wel veranderd. Er zijn nieuwe teksten gekomen waarin zaken worden aangehaald die nu spelen en ook de arrangementen zijn anders geworden."
Dat is mede het werk van Jorge Fernando, die vijf jaar lang Amália Rodrigues begeleidde en daarna jong talent als Dulce Pontes en Ana Moura lanceerde. Dat wil niet zeggen dat Amália Rodrigues passé is; ze vormt nog steeds een inspiratiebron voor Ana Moura.
"Amalia is eeuwig. Zij had alle kwaliteiten die een fadista moet hebben: soul, een goede stem, inlevingsvermogen. Ze durfde het ook aan om nieuwe teksten te zingen, teksten die niemand eerder had gezongen. Wat mijn kwaliteiten zijn? Ik denk vooral de soul."
Moura trad al een aantal keren op in Nederland. Al staan we bekend als nuchtere Hollanders, Ana Moura merkt daar bij haar concerten niets van. "Nee, Nederland is zeker niet te nuchter voor fado. Ze zijn heel nieuwsgierig naar deze muziek en de cultuur. Dat kan ik goed voelen wanneer ik optreed in Nederland en vertel over fado. Nederland is geen zuidelijk land, maar de mensen hier zijn wel heel warm."
Ana Moura woont tegenwoordig in Cascais, circa vijftien minuten van Lissabon en bij veel vakantiegangers bekend om zijn schilderachtige stranden en de Boca do Infernmo, de kratervormige rotsformatie ten westen van het stadje.
Onlangs verscheen haar nieuwe cd Para Além da Saudade (Voorbij het verlangen), de derde na Aconteceu en Guarda-me a vida na mão. Die laatste twee werden allebei met goud bekroond.
In augustus 2006 nam ze, samen met onder anderen Norah Jones en Sheryl Crow, deel aan het Rolling Stones Project van Tim Ries, de saxofonist van de Stones.
Afgelopen juli 2007 stond ze zelfs samen met Mick Jagger op het podium tijdens een concert in een uitverkocht stadion Alvalade in Lissabon waar ze het nummer No expectations zongen.
"De Rolling Stones waren de dag ervoor naar een fadohuis gegaan en hadden me daar horen zingen. Toen Mick Jagger hoorde dat ik bij het concert aanwezig was, heeft hij me uitgenodigd om te zingen. Dat viel nog niet mee omdat ik in een hogere toonsoort zing. Ik was ook erg nerveus. Maar het was wel een geweldige ervaring."

Fadozangeres Ana Moura. Te zien op: 11-01 Amphion Doetinchem, 17-01 Schouwburg Cuijk, 20-01 De Lampegiet Veenendaal, 02-02 Agnietenhof Tiel.
Meer informatie: 
www.anamoura.com



 

woensdag, april 22, 2009

Ellen en XL

Gisteren met m'n vriendje Ely in Veenendaal naar voorstelling 'Durf jij?'van Ellen ten Damme geweest. Veelzijdig dametje. Zingt (nu eens niet hardrock, maar Nederlandstalige luisterliedjes geinspireerd op teksten van Ilja Leonard Pfeiffer), speelt toetsen, gitaar, viool. Vond begeleiding wel iets te statisch, plezier straalde niet van drummer en vibrafonist Jan van Eerd en gitarist Robin Berlijn af (en het moet toch een genoegen zijn om met Ten Damme om het podium te staan). Miste ook wel lijn in het optreden. Het waren mooie liedjes achter elkaar. Duurde niet lang (ruim vijf kwartier). 
Toegift was er niet: "De liedjes zijn op", verklaarde Ellen ten Damme. 



Na afloop 'meet and greet'. Er waren ook T-shirts te koop: "In S, M, L en XL", vertelde Ten Damme terwijl ze bij de laatste 
maat mij aankeek. 

Een geslaagd avondje met letterlijk toetje na. Die hadden we nog te goed in het restaurant; anders zouden we veel te laat in het theater komen.


zondag, maart 15, 2009

Tineke

Tineke Schouten? Lachen. Oftewel: láááchu. Maar Tinus is meer dan leuke typetjes. Dat zag ik gisteravond in Schouwburg Cuijk. http://www.youtube.com/watch?v=pi-LO-t_IY4 Ze heeft ook een mooie stem en zingt niet alleen maar grappige liedjes. Een vakvrouw. Kon helaas niet met haar praten na afloop. Voorstelling duurde tot kwart over elf en daarna ontving ze een aantal fans. Dus helaas geen Schouwblog op de schouwburgsite. Wellicht deze week bij Jochem Myjer: www.schouwburgcujk.nl

zaterdag, januari 24, 2009

Gare du Nord



Gisteravond met mijn zoon naar Gare du Nord geweest. Zevenmansformatie rond Ferdy Lancee. In de auto warmden we ons al op met enkele nummers van zijn gebrande cd en dat klonk veelbelovend. Het concert zelf leverde een puik stukje muziek op, on-Nederlands. En toch... Ja, en toch vond ik die Barend Fransen irritant op het podium. Ik hou er niet van als artiesten, als ze even niks te doen hebben op het podium, rondlopen en op de heup het ritme meeklappen. En ook zangeres Dorono Alberti vond ik hinderlijk. Ze heeft wel een geweldige strot, maar haar geluid spreekt me niet zo aan. Te hard, te schel. En ook zij kon het niet laten, als ze even haar kaken op elkaar hield, om te dansen op het podium. Niet doen! Probeer niet voortdurend die aandacht van het publiek te trekken. Geef de mensen op de achtergrond de ruimte om zich te presenteren. Toen op het eind de bassist even zijn vette klanken mocht laten horen op zijn met lampjes verlichte basgitaar, explodeerde de zaal in Cuijk bijna. Voor het eerst stonden de mensen op om te juichen en te klappen. 
Zoon Elmar vond het optreden geweldig. Hij kocht zelfs nog twee cd's. Op de terugrit, in de cooling down, maar even opgezet. Geweldig. Alle tonen, alle muzikale frivoliteiten die ik in het bombastiche geluid in de zaal had gemist, kon ik nu horen. Ga ik vaak draaien. Even vragen om mijn zoon een exemplaar kan branden.




vrijdag, oktober 13, 2006

Holland Baroque Society (2)

13-10-2006 in De Gelderlander

‘Elke partij in Bachs muziek is een juweel’

Na Händel en Vivaldi wordt nu Bach door Holland Baroque Society onder handen genomen. Na het kinderconcert volgende week donderdag in Utrecht, volgen concerten in Cuijk, Utrecht en Amsterdam.
Door HANS BOUWMAN
CUIJK - In 1485 werd begonnen met de bouw van de St. Martinuskerk in Cuijk, waarvan nu alleen nog de originele toren staat. Dat was tweehonderd jaar voor Johann Sebastian Bach werd geboren.Toch worden die twee volgende week vrijdag samengevoegd bij het concert Passie van/voor Bach van Holland Baroque Society (HBS). Het is het derde concert in de regio van het gezelschap jonge musici die gespecialiseerd zijn in muziek uit de achttiende eeuw.Na De Virtuoos en Vivaldi en de Zon is het nu Bach die aan bod komt. In het concert wil HBS laten horen hoe Bach leerde van de door hem bewonderde Italiaanse en Franse collega-componisten als Rebel, Marcello en Vivaldi."Ook bij dit derde project loopt er een educatieproject naast, omdat we ervan overtuigd zijn dat barokmuziek ook voor jonge mensen interessant is", zegt Tineke Steenbrink , organiste en samen met tweelingzus Judith een van de initiatiefnemers van het barokgezelschap."We bezoeken scholen om te vertellen en muziek te laten horen en zo jonge mensen in contact te brengen met klassieke muziek. We vinden het onze taak om een nieuw publiek te interesseren voor deze prachtige muziek."In tegenstelling tot de eerste twee projecten is er nu in Utrecht een apart concert voor de jeugd georganiseerd onder de noemer Kids Only."Twee uur Bach is erg lang; vandaar dat we een concert van drie kwartier voor de jeugd hebben samengesteld."Volgens Steenbrink slaat de werkwijze van HBS aan. "Dat merken we aan de belangstelling van scholen en het gegeven dat we nu zelf al benaderd worden voor concerten. Het is een goede keuze geweest om op deze wijze klassieke muziek onder de aandacht te brengen. Het is het absoluut waard."Voor Tineke Steenbrink , oorspronkelijk uit Oeffelt, heeft het concert in de St. Martinuskerk nog een bijzonder aspect: ze is er vaste organiste."De kerk heeft een mooie, warme klank, dus dat moet met de muziek van Bach prachtig klinken. Het bijzondere aan de muziek van Bach is dat er veel lagen in zitten. Of het nu gaat om de altviool, cello of hobo, elke partij is een juweel op zich. Alles klopt."Het Bachproject is opgezet met Alfredo Bernadini, hoboïst, artistiek leider van verschillende ensembles en hoofdvakdocent aan de conservatoria van Barcelona en Amsterdam."We zijn nu aan het plannen voor 2009 en hebben inmiddels een uitnodiging gekregen voor een festival in Frankrijk", aldus Tineke Steenbrink die onlangs benoemd is tot hoofdvakdocent klavecimbel aan het conservatorium in Zwolle. "Dat onze projecten zo aanslaan, daar ben ik blij om."
Passie van/voor Bach, Holland Baroque Society, vrijdag 20 oktober, 20.15 uur, St. Martinuskerk, Cuijk. Toegangsprijs 17,50. Lezers van De Gelderlander krijgen op vertoon van de bon op de pagina Tips & Trips (van woensdag 18 oktober) 5 euro korting.Info: www.hollandbaroquesociety.com

vrijdag, oktober 06, 2006

Holland Baroque Society (1)

10-02-2006 in De Gelderlander

Holland Baroque Society gaat naar de mensen toe

Klassiek muziek is oud, maar leeft. Judith en Tineke Steenbrink willen met hun Holland Baroque Society barokmuziek onder de aandacht brengen. Met name bij jongeren. „Als mensen door het horen van deze muziek meer energie krijgen, dan zijn we tevreden."
Door HANS BOUWMAN
Dat de jeugd van veertien, vijftien jaar alleen maar geïnteresseerd is in muziek als rap, gothic en R&B en niets moet hebben van klassieke muziek, is niet waar. „Ze vinden klassieke muziek wel mooi; het probleem is echter dat ze er weinig mee in aanraking komen", zegt Tineke Steenbrink .De 28-jarige organiste is samen met haar tweelingzus Judith de oprichter van de uit zes leden bestaande Holland Baroque Society , die in februari een korte concerttour door Nederland maakt met De Virtuoos.
De zussen komen oorspronkelijk uit Oeffelt, maar na hun studie aan het conservatorium, wonen ze (Judith met haar man Thomas Pitt) nu in Utrecht. Gedeeltelijk werken ze daar ook, want de zussen zijn regelmatig over de landsgrenzen te vinden voor concerten. De twee zijn exponenten van de nieuwe lichting klassieke musici. In tegenstelling tot de meeste van hun oudere beroepsgenoten, zijn ze naast het spelen met vernieuwende activiteiten bezig.Het educatieproject van hun muziekgezelschap is een voorbeeld van die activiteiten. „We zijn een samenwerking aangegaan met zes scholen om het kunstonderwijs te ondersteunen en jonge mensen in contact te brengen met klassieke muziek", vertelt Tineke. Bij die zes scholen zitten onder meer het Karel de Grote College in Nijmegen, het Merletcollege in Cuijk en het Elzendaalcollege in Boxmeer. Maar ook scholen in Amsterdam, Bilthoven en Leeuwarden zijn benaderd. Allereerst zijn er gesprekken geweest met docenten die in aansluiting daarop in de lessen aandacht hebben besteed aan thema’s als barokke expressie, communicatie door woord en muziek en theatrale uitingen van wensen en emoties.
„Vervolgens houden wij een themamiddag voor de leerlingen; aan de hand van operamuziek van Händel en het boek De Virtuoos van Margriet de Moor vertellen we over de opera, de soapserie van de achttiende eeuw." De twee willen proberen de leerlingen liefde voor de klassieke muziek bij te brengen. Daarom worden de jongelui ook uitgenodigd om naar de concerten te komen.Zelf kwamen de twee al op jonge leeftijd in aanraking met klassieke muziek. In het gezin Steenbrink , met vijf kinderen, speelde iedereen een instrument.Hun voorkeur ging al snel uit naar barokmuziek. Judith: „Barokmuziek is zo puur en duidelijk. Je kunt daar geen emoties mee verdoezelen. Het klinkt zoals het klinkt." Ze grijpt naar haar viool om haar woorden muzikaal duidelijk te maken.‘Jongeren vinden klassieke muziek best mooi’Tineke: „Wij willen ook de grote bekende stukken van Bach en Händel nog spelen. De oudere generatie klassieke musici zochten in de jaren zeventig vooral naar nieuw werk omdat alles van de grote componisten al gespeeld was. Dat was gedaan en klaar."
Judith: „Dat is toch merkwaardig? De werken van Bach blijven prachtig, die hebben eeuwigheidswaarde. En wat Mozart heeft gecomponeerd is ongeëvenaard. Dat verdient om gespeeld te blijven worden. Wij willen zoveel mogelijk mensen daarmee kennis laten maken. We zien het als onze taak om naar de mensen, zoals de schooljeugd, toe te gaan."
Naast het educatieproject staan in de toekomst ook lezingen, workshops en meer concerten op stapel. Die concerten worden niet op de traditionele wijze gepresenteerd. De Virtuoos, waar Peter de Groot passages voorleest uit het boek van Margriet de Moor, is daar een voorbeeld van. Het verhaal gaat over de castraat Gasparo die roem verwerft met zijn prachtige hoge stem maar het op het gebied van sex af laat weten. Bij de concerten zingt de mannelijke sopraan Michael Maniaci aria’s uit opera’s van Händel.
De kern van Holland Baroque Society bestaat uit zes musici; naast Tineke (clavecimbel) en Judith (viool) Steenbrink zijn dat Lidewij van der Voort (viool), Esther van der Eijk (altviool), Thomas Pitt (cello) en Judith-Maria Becker (cello). Musici die onder meer speelden bij het Amsterdam Baroque Orchestra, Nederlandse Bach Vereniging, Concerto Köln en The Amsterdam String Quartet.
„De organisatie van projecten en concerten doen we zelf", vertelt Judith. „We zijn nog niet in staat om beroepskrachten in te huren. Onze inkomsten komen uit kaartverkoop voor de concerten, subsidie door fondsen, donaties en sponsors.Er gaat veel tijd in het organiseren zitten. Als we vergaderen gaan we dan ook eerst een uur spelen; dat geeft zoveel energie."
Holland Baroque Society met ‘De Virtuoos’, onder meer vrijdag 17 februari in de Sint-Martinuskerk in Cuijk (aanvang 20.15 uur). De concertserie wordt woensdag 15 februari geopend in De Doelen in Rotterdam. Verder staan concerten gepland in Leeuwarden, Amsterdam en Utrecht. Informatie: tel. 0485-361958

zaterdag, september 30, 2006

Spirit of the dance

Zestien jongens en meiden, razendsnelle voetbewegingen, opzwepende muziek, kortom welkom bij Spirit of the dance. Tijdens het kijken naar de voorstelling in Schouwburg Cuijk kwam ik erachter dat ik vorig seizoen dezelfde show al had gezien. En ook toen keek ik met gemengde gevoelens. Enerzijds omdat het fantastische dansers zijn, anderzijds omdat ik me in de boot genomen voel. De jongens en meisjes zingen soms ook een stukje, maar dat is overduidelijk playback. Zelfs het geluid van de klikkende en klakkende hakken op de buhne staat op band. En de violist die af en toe een deuntje speelt brengt geen toon voort. Een elektrische viool zonder draad. Knap. Maar ja, wel goed voor een volle zaal en later in het seizoen nog twee keer een uitverkochte zaal in Cuijk.

woensdag, september 27, 2006

Dubbel Op


Weer naar de schouwburg geweest. Dit keer, dinsdag 26 september, naar de klucht Dubbel Op. In een beroemde health en beauty kliniek gebeuren rare dingen die niet door de beugel kunnen. Jon van Eerd speelt een gewiekste, foute plastisch chirurg, die eigenlijk geen arts is en met botoxnaalden en dubieuze schoonheidsbehandelingen fluitend zijn geld verdient. Maar hij speelt ook zijn sullige tweelingbroer die gedwongen wordt de schuld op zich te nemen als de behandelingen minder goed uitvallen dan verwacht. Maar de broer blijkt nog dommer dan verwacht en zorgt ervoor dat het behoorlijk in het honderd loopt.

Prima rol van Van Eerd die soms iets heeft van Van Duin, dan weer van Mister Bean. Maar hij legt er genoeg eigen talent in. Lachen dus.

Intiem

Vandaag, vrijdag 22 september, naar voorstelling van Ernst Jansz in Cuijk geweest. Mooie ingetogen, intieme voorstelling. Al moet Ernst nog wel wat schaven, maar ja, daar is het ook een try-out voor. Opkomst kan beter en de verdeling van de onderdelen verdient aandacht. Na de pauze waren er prachtige kleurrijke beelden van een Indonesische 'schaduwdanseres', omlijst met door Jansz geproduceerde gamelanklanken.
Daar stak het deel voor de pauze, met liedjes en gitaar, en stukken voorlezen uit het boek Molenbeekstraat, wat bij af. Wellicht is het een idee om tijdens het voorlezen, foto's uit dat boek groot te projecteren.
Enige dissonant: die irritante kwal die tijdens de voorstelling opmerkingen riep en bij de danseres, die een aap uitbeeldde, oerwoudklanken liet horen. Bij het begin van het tweede deel ging zelfs zijn telefoon af. Oh ja, meneer nam rustig aan: 'He, hoe is het met jullie?'
Maar toch, mooie voorstelling.

Ernst Jansz

22-09-2006 in De Gelderlander

‘Het is autobiografisch, ik mis fantasie’

Ernst Jansz toert dit seizoen door Nederland met zijn theatervoorstelling Molenbeekstraat. Herinneringen aan zijn jeugd en tienertijd in de Amsterdamse Rivierenbuurt vormen de basis voor voorstelling, boek en cd.
Door HANS BOUWMAN
CUIJK - Dat Ernst Jansz in zijn theatervoorstelling Molenbeekstraat zeer persoonlijk is, is eigenlijk niets nieuws. “Ik heb altijd autobiografisch geschreven. Ik heb geen fantasie, ik kan niet iets bedenken. Ik moet het meegemaakt hebben”, zegt het voormalige lid van Doe Maar, een van de populairste Nederlandse bandjes van de afgelopen dertig jaar. De tijd van gillende meiden, flauwvallende pubers en hoge hitnoteringen is al lang voorbij.
Jansz, 58 jaar inmiddels, gaat het komende seizoen de theaters in. De voorstelling Molenbeekstraat vormt een drie-eenheid met het gelijknamige boek en de cd. Het is een project van jaren geworden. “Ik schrijf heel langzaam”, zegt de man die verantwoordelijk is voor ‘klassiekers’ als De Bom en Belle Hélène.“Aan deze cd heb ik zeven jaar gewerkt. Ik wilde daarbij een boekwerkje doen met teksten en wat informatie. Het werd uiteindelijk een boek.”
Molenbeekstraat gaat over de 21 jaar dat Jansz in die Amsterdamse straat woonde. Geboren en getogen. Het ouderlijk huis kwam leeg toen zijn nu 89-jarige moeder Jopie enkele jaren geleden naar een verzorgingshuis ging. “Samen met m’n zus heb ik het huis leeggehaald. Op een gegeven moment zat ik op een stoel in dat lege huis en er kwamen allerlei herinneringen naar boven. De lege plekken werden gevuld met beelden.”Een zeer verrassende herinnering was die aan dat jongetje van vier dat op de stofzuiger zat en door zijn moeder wordt voortgetrokken. “Ik heb nooit een hechte band met mijn moeder gehad. Het is een mooi mens, maar ik heb haar nooit als mijn moeder gezien. Er was altijd een bepaalde afstand. Waardoor dat is gekomen? Ik vermoed dat het iets heel kleins is geweest dat door mij als kind werd opgeblazen. Bijvoorbeeld dat ik mijn moeder iets wilde vragen of troost zocht en ze geen tijd voor me had omdat ze met iets anders bezig was. Ik trok veel op met mijn vader. Door die herinnering aan dat jongetje besefte ik dat ze gewoon ook een moeder was.”
De band met zijn dementerende moeder is nu beter, zegt Jansz. “Beter dan ie ooit geweest is. Maar het speelt zich af op gevoelsniveau.”Het schrijven van liedteksten is niet meer te vergelijken met de Doe Maar-periode. “Toen flapte ik er alles uit en dat was soms extreem, zoals bijvoorbeeld in de tekst: Wees niet bang voor mijn lul, dat is toch flauwekul. Al is het soms een stijve pik, hij is net zo lief als ik. Wees niet bang voor mijn lul. Ik ben nu niet meer zo confronterend; ik wil ruimte geven aan het publiek en daardoor dus ook aan mezelf.”Wie naar zijn cd luistert, merkt dat zijn stem in de loop der jaren is veranderd. Lager, wat rauwe. “Ja, mijn stem is veranderd. Eigenlijk ben ik niet zo’n heel goede zanger. Als ik vroeger in bad zong, vond mijn moeder dat altijd verschrikkelijk. Mijn stem is in de afgelopen jaren zwaarder geworden. Maar ik ben er gelukkig mee. Hij is beter dan ie ooit is geweest.”

Margriet Eshuijs

15-04-2005 in De Gelderlander

‘Theater is ‘n goede plek om muziek te maken’

Al dertig jaar aan de top van de Nederlandse popmuziek. Gedreven, zonder opsmuk doen waar je goed in bent. Mooie muziek laten horen. Margriet Eshuijs , volgende week in Cuijk met Flowerchild.
Door HANS BOUWMAN
CUIJK/ZAANDAM Wie een paar minuten met Margriet Eshuijs praat, weet dat de 52-jarige zangeres een no-nonsensetype is die de buik vol heeft van alle machtsspelletjes van platenmaatschappijen, die wars is van artistieke concessies ten behoeve van commerciële successen. Eshuijs kent het klappen van de zweep. Ze draait al dertig jaar mee in de vaderlandse muziekbusiness.De laatste vijftien jaar is ze elk seizoen met een theaterprogramma te zien; volgende week vrijdag komt ze met Flowerchild in Cuijk.“Het theater is een goede plek om muziek te maken. Het fijne is dat je er ook heel klein kunt spelen. Je kunt laten horen wat je bedoelt met een song. Je kunt je ook verbeteren, er zit groei in. Je hebt ook een één-op-één communicatie met het publiek. En er loopt niemand weg om even te plassen”, zegt de Zaandamse die geen onderscheid maakt in poppubliek en theaterpubliek. “Er bestaat geen theaterpubliek. Het zijn allemaal mensen die voor mooie muziek komen. Ik merk ook geen verschil in publiek in het westen van het land of in Brabant of Limburg.”Een aantal songs dat Eshuijs volgende week met haar band in Cuijk zingt is ook te zien en te horen op de net verschenen dvd In concert, waarop live dertig jaar Eshuijs voorbijtrekt; met nummers uit de jaren zeventig (House for sale), tachtig (Black Pearl) en negentig (Rose). Maar ook nieuwe nummers als Flowerchild.Margriet Eshuijs , nog een beetje ontdaan door het overlijden van vakbroeder Wally Tax eerder deze week, is bijzonder blij met haar eerste dvd die, net als de laatse twee cd’s, in eigen beheer zijn uitgebracht.Alhoewel ze al decennia lang wordt gezien als een van de beste zangeressen in Nederland met een vaste schare fans, is Eshuijs geen ‘hitmachine’. Juist haar hits betekenden vaak de inleiding voor een breuk met de op commercie drijvende platenmaatschappijen. Zoals in 1978 toen na House for Sale meer succes uitbleef voor het bandje Lucifer, of 1983 toen na Black Pearl een evengrote hit voor de maatschappij te lang op zich liet wachten.In 1998 begon ze samen met zanger en componist Maarten Peters het eigen label B’hive records. “Het voordeel is dat je artistiek helemaal vrij bent, zelf kunt bepalen wanneer je een cd uitbrengt en hoe je de promotie aanpakt.”Met de onlangs verschenen dvd heeft ze voorlopig ook niet de landelijke pers benaderd. “Nee, dat doen we wel als deze toernee voorbij is. We benaderen eerst maar eens de ‘kleine media’ en regionale pers. Joh, in Hilversum weten ze nog niet eens dat ik een dvd uitgebracht heb.” Op steun van de Nederlandse radio rekent Eshuijs al lang niet meer. “Nee, ze zijn daar helemaal niet bezig met Nederlandse muziek. Een top-zoveel uit dat jaar of de beste hits uit de jaren tachtig.”Een belangrijk element voor Margriet Eshuijs is het brengen van nieuw en origineel materiaal. In artiesten die oude nummers in een nieuw jasje steken, kan ze zich niet vinden. Behalve dat Eshuijs geen covers zal zingen, zullen we haar ook niet gauw horen met een cd met jazzmuziek, blues of nummers van de Beatles. “Muzikale uitstapjes in één muziekstijl hoef ik niet te maken, dat doe ik in mijn eigen muziek. In onze muziek zitten op een speelse manier jazz, blues, latin en rockinvloeden verwerkt en dat maakt het juist zo spannend.”Een belangrijke rol in haar muzikale (en privé-)leven speelt Maarten Peters, componist en tekstschrijver voor veel Nederlandse artiesten. De geboren Nijmegenaar werkt sinds 1989 met Eshuijs samen. “Ik weet niet wat ik nu had gedaan als ik Maarten niet had ontmoet. Misschien wel covers zingen… Nu kan ik op maat gemaakte songs zingen. Want dat is voor een artiest heel belangrijk. Een goede stem is belangrijk, met een mooie stem kun je je onderscheiden, maar je hebt eigen teksten en muziek nodig om die zo optimaal mogelijk te kunnen laten klinken.”Peters is niet alleen de man van de muziek en teksten, maar ook artistiek leider van de band (akoestische en elektrische gitaren, leadvocals en backingvocals) van de band, die verder bestaat uit Co Vergouwen (keyboards), David de Marez Oyens (basgitaren), Mark Eshuis (drums) en Marieke Esser (dans).Het optreden in Cuijk is een van de laatste concerten van haar toernee. Er volgen er dan nog twee. Vanaf september is ze weer in de theaters te zien. In de tussentijd doet ze wat ‘losse dingen’ en hier en daar een ‘festivalletje’. Het publiek hoeft volgende week niet bang te zijn een uitgebluste Eshuijs op het podium te zien.“Nee, alles wat ik doe moet bij mij helemaal geweldig zijn. ‘Cuijk’ moet dus net zo goed zijn als de andere concerten.”

Guido Weijers

28-12-2001 in De Gelderlander

‘Ik wil elke keer de leukste op ‘t podium zijn’

Hij sluit het jaar ‘thuis’ af: komende zondag is cabaretier Guido Weijers te zien in de Weijer met zijn voorstelling Oxymoron. De in Boxmeer geboren Weijers heeft de première bewaard voor het thuistheater.
Door onze verslaggever
BOXMEER - Hij is al sinds begin augustus met een korte, drie kwartier durende solovoorstelling Oxymoron te zien in de theaters, maar de première van de gelijknamige avondvullende voorstelling bewaarde hij voor Boxmeer, waar hij 24 jaar geleden werd geboren. ”Na het winnen van Cameretten belden het Chassétheater in Breda (waar Weijers studeerde, red.) en het Weijertheater. Die wilden me beide hebben. De Weijer vond dat de première in Boxmeer moest zijn en dat vond ik eigenlijk ook.”Nog regelmatig komt Guido Weijers even naar zijn ouderlijk huis in de Burgemeester Verkuijlstraat. ”Dat wordt wel steeds minder, want ik rij soms duizend kilometer per week.”Weijers staat (misschien weer) voor een keerpunt in zijn carrière. Hij heeft inmiddels een contract bij Mojo-theater, maar de weg naar de cabarettop is lang en moeizaam. Enkele belangrijke stappen zette hij intussen al.Zo vestigde hij zijn naam bij de liefhebbers van het cabaret vorig jaar toen hij de publieksprijs won op het Camerettenfestival, voor velen de springplank naar ‘groot’ succes. Vraag maar aan Marc-Marie Huijbregts, Brigitte Kaandorp, Herman Finkers of Theo Maassen. Dit jaar werd Guido Weijers gevraagd om het festival te presenteren. Maar tussendoor zat hij ook niet stil. Zijn studie vrijetijdskunde rondde hij afgelopen juli af. ”Waarom? Er wordt gezegd: als je Cameretten wint heb je de volgende dag een baan. Nu, dat is ook zo. Maar je kostje is dan nog niet gekocht. Ik ken vier winnaars van dit festival die nu zonder baan zitten. En die studie? Ach, ik was al drieënhalf jaar bezig. Het afstuderen is wel volgens een speciale constructie gegaan, omdat ik met die voorstellingen zat. En ik ging voor een zes. Waarschijnlijk doe ik nooit meer iets met die opleiding.”Van zijn korte voorstelling die hij onlangs in Arnhem gaf heeft de Vara tv-opnames gemaakt. Nu staat hij aan de vooravond van de première van de avondvullende solovoorstelling Oxymoron. ”Die tachtig voorstellingen die ik al heb gedaan betroffen een ongeveer drie kwartier durend optreden, als onderdeel van een avondvullend programma met Alex Klaasen en Martine Sandifort, winnaars van Cameretten vorig jaar. Mijn volledige programma duurt vijf kwartier en dan sta ik er alleen voor. Veel verschil met die tour is er niet: ik wil elke avond de leukste zijn en ik wil dat de mensen voor mij naar het theater komen.”In Boxmeer hoeft Weijers niet bang te zijn dat de zaal van de Weijer komende zondag afgeladen is met familieleden, vrienden en bekenden. ”Nee, alleen mijn ouders en m’n broer en zijn vriendin. De rest van de familie heb ik ‘afgezworen’. Die komen maar een andere keer. Ik wil dat mensen komen omdat ze een leuke avond willen en niet omdat ze me kennen.”Het is niet de eerste keer dat Guido Weijers op het podium van de Weijer staat: vier jaar geleden stond hij, evenals twee jaar gelden, met een oudejaarsconferende op de planken. Nu is hij terug met een avondvullend programma. Voor meer informatie over Guido Weijers : www.goedonthouden.nl

Jan Wolkers

12-10-2001 in De Gelderlander

‘Ik heb echt geen tijd om te verouderen’

Jan Wolkers is volgende week dinsdag te gast in het Literair café in Cuijk. In het theatercafé van de schouwburg leest hij voor uit eigen werk. Een bijzonderheid, want zo vaak gaat de bijna 76-jarige niet het land in.
Door onze verslaggever
CUIJK/TEXEL - Als schrijver is Jan Wolkers niet zo vaak in het land te zien. Zo’n zes tot tien keer per jaar neemt hij de boot om zijn atelier op Texel te verruilen voor een café, bibliotheek of zaal voor een lezing of deelname aan een ‘literair café’. ”Dat heb ik nooit veel gedaan, want ik ben behalve schrijver ook dichter, schilder en beeldhouwer. Elke dag ben ik wel bezig in mijn atelier en ik heb niet zo veel tijd voor die dingen als mijn puur schrijvende collega’s. Het kost mij ook altijd twee dagen; ik zit op een eiland en kan ’s avonds niet terug.” De keuze waar hij lezingen geeft, maakt Wolkers, zoals hij zegt, instinctief. ”Het heeft ook te maken met de ligging, want je leert je eigen land zo wel kennen. Dan zie je hoe mooi Nederland is.” De keuze voor Cuijk, waar hij volgende week te gast is in het Literair café, is niet alleen ingegeven door de ligging. ”Nee, de vriendin van mijn oudste zoon Bob woont daar. Ze studeren allebei aan de kunstacademie in Tilburg.” Behalve de landstreken heeft Wolkers ook de verschillen in bevolking leren kennen. ”Als ik iets lees uit Op de Vleugelen der Profeten (essay uit 1989, red.) blijkt dat ze in het katholieke zuiden minder bijbelteksten kennen dan in het noorden. Dat zal ze daar overigens ook niet veel helpen, want in de hemel zit geen schriftgeleerde.” Op weg naar Cuijk zal Wolkers dinsdag eerst bij de onthulling zijn van zijn laatste kunstwerk: een driehoekige twee meter hoge zuil met bovenin glas met euro’s. Onderin versnipperde tientjes. Zijn jongste gedicht verschijnt vandaag in NRC Handelsblad en gaat over de aanslag in New York. ”Dat was heel emotioneel om te zien. Manhattan heeft voor mij een bijzondere betekenis. Zo’n 15 jaar geleden was ik daar en zag die enorme wolkenkrabbers met die geometrische ramen en dat neonlicht. Er stak toen ineens een sneeuwstorm op en dat gaf zo een prachtig effect met dat licht dat ik vanaf dat moment anders ben gaan schilderen.” Momenteel is Wolkers druk met de voorbereidingen voor een overzichtstentoonstelling die in april/mei in het Cobramuseum wordt geopend. Bovendien verschijnt er een catalogus met zijn beeldhouwwerken. ”Ik moet daarvoor in m’n verleden duiken en dat is wonderlijk. Iedereen zou dat moeten doen. Je ziet dan dat er een bepaalde lijn zit in hetgeen je doet. Zo keren in De Walgvogel elementen terug die ik ook in Kort Amerikaans gebruikte.” Wat gaat hij volgende week dinsdag in Cuijk doen? ”Ik ga een sprookje lezen, dan een stuk uit Terug naar Oegstgeest en een essay, Op de Vleugelen der Profeten. De mensen kunnen na de pauze van alles aan me vragen, gewoon door de hand op te steken. Ik werk niet met een microfoon, dat schrikt mensen af.” Moet Wolkers, gezien zijn leeftijd, niet ongewild een stapje terugdoen? ”Nee joh, ik heb het zo krankzinnig druk. Ik heb geen tijd om te verouderen.”

Introdans

14-01-1999 in De Gelderlander

Het kleine applaus

Introdans Ensemble voor de Jeugd: zondag in Nijmegen Introdans , Ensemble voor de Jeugd toert door Nederland met de voorstelling Oliver Twist. Een reprise­toernee, omdat de eerste reeks voorstellingen, in 1996, veel succes oogstte. Een reportage over voorbereiding, uitvoering en coulissen.
Door HANS BOUWMAN
‘And a one, and a two, and three and a four, and five and six and a seven and a eight.’ Staccato klinkt de stem van balletmaster Cathy Sansom over het podium,
begeleid door het knippen van haar vingers. „And a one, and a two, and three and a four, and five and six and a seven and a eight.” De twaalf dansers op het podium lopen synchroon met hun oefeningen aan de barre. „Is’s a warming­up”, verduidelijkt de uit Engeland afkomstige Sansom. Artistiek directeur Ton Wiggers van Introdans wist haar haar voor een aantal maanden te strikken als repetitor voor de ‘grote’ groep van het Arnhemse balletgezelschap en het jeugdensemble. Waarbij jeugd slaat op de doelgroep. Introdans begon jaren geleden als een ‘geintje’ van Ton Wiggers en Hans Focking in een poging ‘het oosten’ te ontsluiten voor balletcultuur. „Dat vonden sommigen toen arrogant. Nu na 27 jaar mag je zeggen dat die arrogantie terecht was”, glimlacht Wiggers , met zijn 52 jaar de nestor van het gezelschap. Als directeur van een bedrijf met 55 medewerkers (onder wie 25 dansers) met een begroting van bijna vier miljoen, houdt hij zich normaal gesproken bezig met planning, repertoire, contracten, toernees en geld. Voor een enkele keer onderbreekt hij zijn directeurstaken voor zijn oorspronkelijke stiel: dansen. Dit keer bij het Ensemble voor de Jeugd. „Ach, in deze voorstelling dans ik niet. Het is een speelrol.” Het Introdans ­gezelschap toert met een comfortabele bus naar de verschillende theaters en schouwburgen in het land en naar België. De bus staat ’s morgens ronkend voor het NS­station in Arnhem te wachten op de passagiers. Ook hierin is een vast patroon te ontdekken: een aantal is altijd ruim op tijd aanwezig, anderen komen, soms rennend, op het laatste moment. Dit keer is de bestemming theater De Tamboer in Hoogeveen. In de bus wordt de tijd gedood met lezen, keuvelen of film kijken. Ton Wiggers : „Ik vind het vreselijk, dat reizen. Verloren tijd. We zijn altijd ruim op tijd aanwezig bij het theater, maar meestal doe dan je een paar uur niks. Bij dit ensemble heb je een veel onregelmatiger leven dan bij de ‘grote’ groep. Er zijn veel matinees en voorstellingen in het weekeinde.” „Dat vind ik juist fijn”, zegt Carola van Rijn, al acht jaar verbonden aan het Ensemble voor de Jeugd. „Alhoewel ik indertijd niet bewust voor ballet voor de jeugd heb gekozen, zou ik niet anders meer willen. Vroeger dacht ik: het is maar voor de jeugd. Daar ben ik nu helemaal van af.” Als de bus bij het theater aankomt, staat daar al de vrachtwagen van Introdans : de technische mensen, die zorgdragen voor licht, geluid en decor, zijn al vele uren aanwezig om alles in orde te maken: geluidsboxen plaatsen, licht ophangen, kledingkoffers uitladen en uitmeten van het podium. Het eerste wat het gezelschap doet bij aankomst is verkenning van de kleedkamers. „Omdat dit een vrij kleine groep is, zoeken de dansers zelf hun kleedkamer uit en vormen zelf koppeltjes”, zegt Sansom. De kinderen hebben hun eigen kleedruimte: kleedster Sandra Booltink schrijft op de bordjes met grote letters Kids. Even later verschijnen ook bij de andere deuren de namen. Patricia van Deutekom, veertien jaar en de hoofdrol van Oliver Twist dansend, loopt er af en toe wat verloren bij: ze is te groot voor de kinderen en te klein voor de dansers. Qua prestaties niet. „Een talent”, zo verzekert Wiggers . „Heel knap dat ze op die leeftijd die rol kan dansen. Ze heeft ook avond aan avond de videoband bekeken waarop haar voorganger Hilde Mechtelinckx, een volwassene, die rol danst.” Wiggers en Sansom dwalen door het grote gebouw en bestellen in het restaurant een voorgerecht. Een salade en een mosterdsoep. Daar blijft het bij, want met een volle maag is het slecht dansen. Ruim anderhalf voor aanvang verzamelen de kinderen zich, geschminkt en in kostuum, op het podium, waar Cathy Sansom met hen een aantal dansen doorneemt. Ballet is een internationale taal, want de kinderen, van elf en twaalf jaar, hebben geen enkele moeite Sansom, die alleen Engels spreekt, te verstaan. Een half uur later komt Jan Köhler, zoals meestal, als eerste van de volwassen dansers het podium op. Intussen zetten de technici en enkele dansers de barre op. „And a one, and a two, and three and and a four, and five and six and a seven and a eight.” Een half uur voor aanvang wordt het podium verlaten en bereidt ieder zich op zijn eigen manier voor. De kostuums worden aangetrokken, haar geschikt, schminklijnen gezet en bidons en flesjes met water gevuld. Intussen vult de zaal zich. De dansers nemen hun positie op het podium in. Klokgelui klinkt. Het gordijn gaat open. Het geroezemoes in de zaal verstomt. Terwijl de bezoekers de met uiterste concentratie en beheersing uitgevoerde dansen op het podium gadeslaan, heerst er topdrukte in de coulissen. Dansers die hijgend van het toneel komen, kleden zich, rap, rap om, deppen hun bezwete hoofden en nemen een slok uit hun flesje. De kinderen lijken nog het meest ontspannen. ‘Hoogtepunt’ achter de coulissen is de recordpoging van Wiggers in de rol van bendeleider Fagin. Als hij uiteindelijk de macht over Oliver verliest, schreeuwt hij in vertwijfeling ‘Ooooo­liiiiiiiiii­ver, ondertussen het podium verlatend. De kinderen in de coulissen tellen zachtjes mee: 22, 23, 24 en als Wiggers zijn ‘laatste’ adem uitstoot, 25. „Ja, dat is de langste uithaal die je hebt gehaald.” Wiggers lacht en dept zijn gelaat. Tegen het einde klinkt het door de coulissen: „Het kleine applaus, het kleine applaus”: een verkorte versie van applaus in ontvangst nemen. Het zit erop. Tijd om te douchen en om te kleden. De bezwete kledingstukken worden verzameld door Sandra. „De spullen die op het lichaam worden gedragen worden na elke twee voorstellingen gewassen. De rest is geen beginnen aan: daar zit vaak rubber in verwerkt.” Patricia moet duidelijk wennen aan haar rol als ‘leading lady’. Ze geniet echter met volle teugen. Als na de voorstelling een jochie van een jaar of elf naar de kleedkamer komt en haar handtekening vraagt, neemt ze er ruim de tijd voor. „Hoe heet je?” Op de knieën, met het schrift op de grond, schrijft ze een boodschap. ‘Lieve Alexander…’ De jongen glundert en wil ook nog een signatuur van „die oude meneer” hebben. Hij merkt dat Wiggers zonder baard en waggelende gang, half zo oud lijkt als de rol die hij speelt. Terwijl het publiek in de foyer en in het restaurant nageniet van de voorstelling, verdwijnen de dansers door de artiestenuitgang naar buiten. Anoniem en onopvallend. Hen wacht nog een busreis van anderhalf uur. De keuvelpartijtjes hebben plaatsgemaakt voor rust. Lampjes doven, ogen worden gesloten. Morgen is het weer vroeg dag. Een dag die weer begint met „and a one, and a two, and three and a four, and five and six and a seven and a eight.”