Posts tonen met het label Column. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Column. Alle posts tonen

maandag, februari 26, 2007

Column: Liefie

Liefie, liefie, liefie. Kom lekker bij me staan schat. Sie daar de meiden van Exses, se sitten daar lekker in de saal. Voor Wendy van Dijk heeft het alfabet 25 letters. De Z heeft ze nooit meegekregen op school. Leuke meid Wendy, die met Ushi boven zichzelf uitsteeg. Maar het presenteren voor een saal, sorry zaal, met 1200 mensen is niet aan haar besteed. Als een suikerzoete (suikersoete) versie van Mies Bouwman (nee, geen familie). En dan die uitspraak. Er is een tijd geweest waarin televisiepresentatoren correct Nederlands moesten spreken. De tijd waarin Rick Nieman geen enkele kans had gemaakt. En ook zijn lief Sacha de Boer zou het niet gered hebben. Tegenwoordig vliegen de oer-r (rrraaah), de s'en en de ai'en je om het hoofd. De train raidt van Aibergen naar Aimuiden. En het is kauwt en dat is fauwt. En dan hebben we nog niet eens over de 'verengelsing' van de Nederlandse spreektaal. Ex-fector, Ix-fector of gewoon X-factor. Jammer. See ya.

dinsdag, oktober 17, 2006

CXlumX: Lingo

Half Nederland staat op zijn kop: Lingo verdwijnt! Inmiddels heeft de TROS in samenspraak met de netcoördinator besloten ook volgend jaar het spelletje uit te zenden. Daar ben ik blij om, want ik vind dat taalspelletjes op televisie moeten blijven. Ook Tien voor Taal mag voor mij het eeuwige leven hebben.
De reden dat de netcoördinator Ton van Dijk aanvoerde om Lingo te laten sneuvelen was: er kijken te weinig jongeren naar. Pardon? Er kijken te weinig jongeren naar. Maar die 800.000 ouderen (waarschijnlijk kijkers boven de 25) dan? Is dat niet een mooi kijkcijfer? Niks mee te maken: drie rode ballen voor Lingo!
Nu is de instelling van een netcoördinator enige jaren geleden al een miskleun geweest, want we hebben in de laatste vijf jaar zo veel verschuivingen qua zenders en tijdstippen gehad dat je welhaast elke dag in de gids moet kijken wat en waar er iets komt. De doelgroepengedachte is ook een onzalige: kijkers zijn niet meer omroep- of zendervast. Ze weten heus wel te vinden wat ze willen zien.
En nog even over die ouderen (ja ik weet het, ik ben niet objectief): waarom wordt er toch zo veel aandacht besteed aan jongeren? Is bij de omroepbazen en netcoördinators nog niet doorgedrongen dat Nederland in rap tempo vergrijst? Reden hiervoor is dat vanaf 2010 de babyboomers van de naoorlogse geboortegeneratie de leeftijd van 65 jaar bereiken. Het CBS hanteert als maatstaf voor de vergrijzing de zogeheten 'grijze druk'. Dit getal geeft aan hoeveel 65-plussers er zijn op elke 100 potentiële arbeidskrachten. In 2003 waren dit er 22. Vijftig jaar geleden waren dit er nog maar 14 en de verwachting is dat op de top van de vergrijzing dit aantal oploopt tot 43 65-plussers op elke 100 potentiële arbeidskrachten. Na 2040 zal de 'grijze druk' volgens de prognoses van het CBS daarna structureel rond de 35 hangen.
Het is dan ook merkwaardig dat er toch steeds meer voor jongeren komt: dagbladen hebben jongerenpagina's, jongerenrubrieken, jongerenbijlagen (heeft iemand al eens gedacht aan een groteletterkrant voor de ouderen?), op televisie en radio is het, met name bij de commerciëlen, veelal 'young and beautiful' wat de klok slaat.
Ik herinner me dat in mijn jeugd het tv-programma Breng eens een zonnetje werd uitgezonden. Ja hoor, in zwartwit. Rien van Nunen en Bert van Dongen zongen met anderen in een theater voor een zaal vol 'grijze bollen' Hollandse liedjes als We gaan naar Rome, Breng eens een zonnetje, Had je niet van die mooie blauwe ogen. En in de zaal iedereen meeblèren.
Wat is er nu voor ouderen op tv? Vijf letters: L-I-N-G-O.

zaterdag, september 30, 2006

Column: Peutertaaltoets

Een hoop commotie over de peutertaaltoets die de VVD voorstelt. Bij het consultatiebureau zouden peuters volgens de liberalen getest moeten worden. Een veel te zwaar middel, zegt Sylvia Peters van het Expertisecentrum Nederlands, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Peters is wel voorstander van een lichtere en minder arbeidsintensieve vorm: taalscreening door middel van een vragenformulier aan ouders/verzorgers.
Het idee van de VVD is uiteraard ingegeven door de taalachterstand die kinderen van Marokkaanse en Turkse afkomst hebben in vergelijking met autochtone kinderen.
Volgens het promotie-onderzoek van drs. Heleen Strating, die in december 2000 promoveerde, spreken allochtone kinderen in de eerste levensjaren thuis doorgaans nauwelijks Nederlands. Daarom hebben ze daarin een achterstand als ze naar de basisschool gaan. Allochtone kleuters kennen, volgens Strating, die twee jaar lang kleuters volgde, minder Nederlandse woorden dan autochtone kleuters, maar deze achterstand is de afgelopen twaalf jaar wel afgenomen.
Een groot deel van de Turkse en Marokkaanse kleuters die rond hun vierde verjaardag in groep 1 de basisschool binnenstromen, is thuis opgegroeid met een andere taal dan het Nederlands als eerste taal. Een belangrijk verschil met hun autochtone klasgenootjes is dan ook dat zij minder Nederlandse woorden kennen. Uit het onderzoek blijkt dat de groei van de Nederlandse woordenschat bij de allochtone kleuters zodanig is dat zij aan het eind van groep 2 gemiddeld uitkomen op een woordenschatomvang die de autochtone kleuters aan het begin van groep 1 hadden: tussen de 3200 en 3500 woorden. Het verschil in omvang met de autochtone kleuters bedraagt dan ruim 2000 woorden.
Prof.dr. Adriana Bus vertelde in haar oratie aan de Universiteit Leiden in januari 2005 dat met hulp van de ouders kinderen van jongs af aan het begrip van geschreven taal ontwikkelen. Doordat ouders hun baby’s en peuters voorlezen en geduldig ingaan op vragen ontwikkelen jonge kinderen hun woordenschat, maar ook het begrip van zinnen en verhalen, en de manier waarop verhalen zijn gestructureerd. Later, bij het leren lezen en het begrijpend lezen op school, zullen kinderen die zijn voorgelezen minder problemen ondervinden, aldus Bus. Het is duidelijk dat allochtone kinderen hier in het nadeel zijn, want als ze voorgelezen worden zal dat meestal in hun eigen taal zijn.
Die achterstand komt overigens niet alleen voort uit het feit dat er thuis een andere taal wordt gesproken. Ook cultuur- en milieuverschillen kunnen hierbij een rol spelen, volgens Elise Schouten in 'Praatjes maken. Taalstimulering van peuters en kleuters' in januari 2001. In de westerse cultuur zijn opvoeders sterk gericht op de ontwikkeling van kinderen en wordt er veel waarde gehecht aan scholing. Dat geldt niet voor alle culturen. Zo is het in sommige culturen niet gebruikelijk om met jonge kinderen te praten. In traditioneel islamitische gezinnen bijvoorbeeld, beschouwen volwassenen de kleine kinderen niet als gesprekspartner. De kleintjes moeten eerst groeien en wijsheid verwerven door goed naar ouderen te kijken en te luisteren. Er bestaat in deze gezinnen bovendien geen leescultuur. Wel worden er vaak, van generatie op generatie, verhalen verteld, aldus Schouten.
Het is duidelijk: kijken hoe het met het niveau van de taal van peuters staat is belangrijk. Maar daarmee ben je er niet. Want wat als je weet hoe het met het niveau staat? Doen de peuters de test niet goed, dan gaan ze, zo wil VVD-leider Rutte het, vanaf hun derde verjaardag verplicht naar de voorschoolse opvang. Zo gauw het woordje verplicht ergens voorkomt, staat veel Nederlanders op hun achterste benen. Maar is het zo'n gek idee? Vergroot een goede beheersing van de taal niet je kansen op werk, om maar iets te noemen?
Hans Bouwman