woensdag, september 27, 2006

Ernst Jansz

22-09-2006 in De Gelderlander

‘Het is autobiografisch, ik mis fantasie’

Ernst Jansz toert dit seizoen door Nederland met zijn theatervoorstelling Molenbeekstraat. Herinneringen aan zijn jeugd en tienertijd in de Amsterdamse Rivierenbuurt vormen de basis voor voorstelling, boek en cd.
Door HANS BOUWMAN
CUIJK - Dat Ernst Jansz in zijn theatervoorstelling Molenbeekstraat zeer persoonlijk is, is eigenlijk niets nieuws. “Ik heb altijd autobiografisch geschreven. Ik heb geen fantasie, ik kan niet iets bedenken. Ik moet het meegemaakt hebben”, zegt het voormalige lid van Doe Maar, een van de populairste Nederlandse bandjes van de afgelopen dertig jaar. De tijd van gillende meiden, flauwvallende pubers en hoge hitnoteringen is al lang voorbij.
Jansz, 58 jaar inmiddels, gaat het komende seizoen de theaters in. De voorstelling Molenbeekstraat vormt een drie-eenheid met het gelijknamige boek en de cd. Het is een project van jaren geworden. “Ik schrijf heel langzaam”, zegt de man die verantwoordelijk is voor ‘klassiekers’ als De Bom en Belle Hélène.“Aan deze cd heb ik zeven jaar gewerkt. Ik wilde daarbij een boekwerkje doen met teksten en wat informatie. Het werd uiteindelijk een boek.”
Molenbeekstraat gaat over de 21 jaar dat Jansz in die Amsterdamse straat woonde. Geboren en getogen. Het ouderlijk huis kwam leeg toen zijn nu 89-jarige moeder Jopie enkele jaren geleden naar een verzorgingshuis ging. “Samen met m’n zus heb ik het huis leeggehaald. Op een gegeven moment zat ik op een stoel in dat lege huis en er kwamen allerlei herinneringen naar boven. De lege plekken werden gevuld met beelden.”Een zeer verrassende herinnering was die aan dat jongetje van vier dat op de stofzuiger zat en door zijn moeder wordt voortgetrokken. “Ik heb nooit een hechte band met mijn moeder gehad. Het is een mooi mens, maar ik heb haar nooit als mijn moeder gezien. Er was altijd een bepaalde afstand. Waardoor dat is gekomen? Ik vermoed dat het iets heel kleins is geweest dat door mij als kind werd opgeblazen. Bijvoorbeeld dat ik mijn moeder iets wilde vragen of troost zocht en ze geen tijd voor me had omdat ze met iets anders bezig was. Ik trok veel op met mijn vader. Door die herinnering aan dat jongetje besefte ik dat ze gewoon ook een moeder was.”
De band met zijn dementerende moeder is nu beter, zegt Jansz. “Beter dan ie ooit geweest is. Maar het speelt zich af op gevoelsniveau.”Het schrijven van liedteksten is niet meer te vergelijken met de Doe Maar-periode. “Toen flapte ik er alles uit en dat was soms extreem, zoals bijvoorbeeld in de tekst: Wees niet bang voor mijn lul, dat is toch flauwekul. Al is het soms een stijve pik, hij is net zo lief als ik. Wees niet bang voor mijn lul. Ik ben nu niet meer zo confronterend; ik wil ruimte geven aan het publiek en daardoor dus ook aan mezelf.”Wie naar zijn cd luistert, merkt dat zijn stem in de loop der jaren is veranderd. Lager, wat rauwe. “Ja, mijn stem is veranderd. Eigenlijk ben ik niet zo’n heel goede zanger. Als ik vroeger in bad zong, vond mijn moeder dat altijd verschrikkelijk. Mijn stem is in de afgelopen jaren zwaarder geworden. Maar ik ben er gelukkig mee. Hij is beter dan ie ooit is geweest.”

Geen opmerkingen: