woensdag, september 27, 2006

Introdans

14-01-1999 in De Gelderlander

Het kleine applaus

Introdans Ensemble voor de Jeugd: zondag in Nijmegen Introdans , Ensemble voor de Jeugd toert door Nederland met de voorstelling Oliver Twist. Een reprise­toernee, omdat de eerste reeks voorstellingen, in 1996, veel succes oogstte. Een reportage over voorbereiding, uitvoering en coulissen.
Door HANS BOUWMAN
‘And a one, and a two, and three and a four, and five and six and a seven and a eight.’ Staccato klinkt de stem van balletmaster Cathy Sansom over het podium,
begeleid door het knippen van haar vingers. „And a one, and a two, and three and a four, and five and six and a seven and a eight.” De twaalf dansers op het podium lopen synchroon met hun oefeningen aan de barre. „Is’s a warming­up”, verduidelijkt de uit Engeland afkomstige Sansom. Artistiek directeur Ton Wiggers van Introdans wist haar haar voor een aantal maanden te strikken als repetitor voor de ‘grote’ groep van het Arnhemse balletgezelschap en het jeugdensemble. Waarbij jeugd slaat op de doelgroep. Introdans begon jaren geleden als een ‘geintje’ van Ton Wiggers en Hans Focking in een poging ‘het oosten’ te ontsluiten voor balletcultuur. „Dat vonden sommigen toen arrogant. Nu na 27 jaar mag je zeggen dat die arrogantie terecht was”, glimlacht Wiggers , met zijn 52 jaar de nestor van het gezelschap. Als directeur van een bedrijf met 55 medewerkers (onder wie 25 dansers) met een begroting van bijna vier miljoen, houdt hij zich normaal gesproken bezig met planning, repertoire, contracten, toernees en geld. Voor een enkele keer onderbreekt hij zijn directeurstaken voor zijn oorspronkelijke stiel: dansen. Dit keer bij het Ensemble voor de Jeugd. „Ach, in deze voorstelling dans ik niet. Het is een speelrol.” Het Introdans ­gezelschap toert met een comfortabele bus naar de verschillende theaters en schouwburgen in het land en naar België. De bus staat ’s morgens ronkend voor het NS­station in Arnhem te wachten op de passagiers. Ook hierin is een vast patroon te ontdekken: een aantal is altijd ruim op tijd aanwezig, anderen komen, soms rennend, op het laatste moment. Dit keer is de bestemming theater De Tamboer in Hoogeveen. In de bus wordt de tijd gedood met lezen, keuvelen of film kijken. Ton Wiggers : „Ik vind het vreselijk, dat reizen. Verloren tijd. We zijn altijd ruim op tijd aanwezig bij het theater, maar meestal doe dan je een paar uur niks. Bij dit ensemble heb je een veel onregelmatiger leven dan bij de ‘grote’ groep. Er zijn veel matinees en voorstellingen in het weekeinde.” „Dat vind ik juist fijn”, zegt Carola van Rijn, al acht jaar verbonden aan het Ensemble voor de Jeugd. „Alhoewel ik indertijd niet bewust voor ballet voor de jeugd heb gekozen, zou ik niet anders meer willen. Vroeger dacht ik: het is maar voor de jeugd. Daar ben ik nu helemaal van af.” Als de bus bij het theater aankomt, staat daar al de vrachtwagen van Introdans : de technische mensen, die zorgdragen voor licht, geluid en decor, zijn al vele uren aanwezig om alles in orde te maken: geluidsboxen plaatsen, licht ophangen, kledingkoffers uitladen en uitmeten van het podium. Het eerste wat het gezelschap doet bij aankomst is verkenning van de kleedkamers. „Omdat dit een vrij kleine groep is, zoeken de dansers zelf hun kleedkamer uit en vormen zelf koppeltjes”, zegt Sansom. De kinderen hebben hun eigen kleedruimte: kleedster Sandra Booltink schrijft op de bordjes met grote letters Kids. Even later verschijnen ook bij de andere deuren de namen. Patricia van Deutekom, veertien jaar en de hoofdrol van Oliver Twist dansend, loopt er af en toe wat verloren bij: ze is te groot voor de kinderen en te klein voor de dansers. Qua prestaties niet. „Een talent”, zo verzekert Wiggers . „Heel knap dat ze op die leeftijd die rol kan dansen. Ze heeft ook avond aan avond de videoband bekeken waarop haar voorganger Hilde Mechtelinckx, een volwassene, die rol danst.” Wiggers en Sansom dwalen door het grote gebouw en bestellen in het restaurant een voorgerecht. Een salade en een mosterdsoep. Daar blijft het bij, want met een volle maag is het slecht dansen. Ruim anderhalf voor aanvang verzamelen de kinderen zich, geschminkt en in kostuum, op het podium, waar Cathy Sansom met hen een aantal dansen doorneemt. Ballet is een internationale taal, want de kinderen, van elf en twaalf jaar, hebben geen enkele moeite Sansom, die alleen Engels spreekt, te verstaan. Een half uur later komt Jan Köhler, zoals meestal, als eerste van de volwassen dansers het podium op. Intussen zetten de technici en enkele dansers de barre op. „And a one, and a two, and three and and a four, and five and six and a seven and a eight.” Een half uur voor aanvang wordt het podium verlaten en bereidt ieder zich op zijn eigen manier voor. De kostuums worden aangetrokken, haar geschikt, schminklijnen gezet en bidons en flesjes met water gevuld. Intussen vult de zaal zich. De dansers nemen hun positie op het podium in. Klokgelui klinkt. Het gordijn gaat open. Het geroezemoes in de zaal verstomt. Terwijl de bezoekers de met uiterste concentratie en beheersing uitgevoerde dansen op het podium gadeslaan, heerst er topdrukte in de coulissen. Dansers die hijgend van het toneel komen, kleden zich, rap, rap om, deppen hun bezwete hoofden en nemen een slok uit hun flesje. De kinderen lijken nog het meest ontspannen. ‘Hoogtepunt’ achter de coulissen is de recordpoging van Wiggers in de rol van bendeleider Fagin. Als hij uiteindelijk de macht over Oliver verliest, schreeuwt hij in vertwijfeling ‘Ooooo­liiiiiiiiii­ver, ondertussen het podium verlatend. De kinderen in de coulissen tellen zachtjes mee: 22, 23, 24 en als Wiggers zijn ‘laatste’ adem uitstoot, 25. „Ja, dat is de langste uithaal die je hebt gehaald.” Wiggers lacht en dept zijn gelaat. Tegen het einde klinkt het door de coulissen: „Het kleine applaus, het kleine applaus”: een verkorte versie van applaus in ontvangst nemen. Het zit erop. Tijd om te douchen en om te kleden. De bezwete kledingstukken worden verzameld door Sandra. „De spullen die op het lichaam worden gedragen worden na elke twee voorstellingen gewassen. De rest is geen beginnen aan: daar zit vaak rubber in verwerkt.” Patricia moet duidelijk wennen aan haar rol als ‘leading lady’. Ze geniet echter met volle teugen. Als na de voorstelling een jochie van een jaar of elf naar de kleedkamer komt en haar handtekening vraagt, neemt ze er ruim de tijd voor. „Hoe heet je?” Op de knieën, met het schrift op de grond, schrijft ze een boodschap. ‘Lieve Alexander…’ De jongen glundert en wil ook nog een signatuur van „die oude meneer” hebben. Hij merkt dat Wiggers zonder baard en waggelende gang, half zo oud lijkt als de rol die hij speelt. Terwijl het publiek in de foyer en in het restaurant nageniet van de voorstelling, verdwijnen de dansers door de artiestenuitgang naar buiten. Anoniem en onopvallend. Hen wacht nog een busreis van anderhalf uur. De keuvelpartijtjes hebben plaatsgemaakt voor rust. Lampjes doven, ogen worden gesloten. Morgen is het weer vroeg dag. Een dag die weer begint met „and a one, and a two, and three and a four, and five and six and a seven and a eight.”

Geen opmerkingen: